24 februari 2022

Perronpraat

Het is donderdagochtend. De voorloper van de storm die een dag later ons land zou treffen, huilt al rondom ons huis. Mijn eerste les begint om 8.30 uur.

Ik wil de trein van 7.53 uur nemen. Die doet er precies zes minuten over om naar Twello te rijden.
Dan loop ik in één á twee minuten vanaf het station Twello naar school. Even koffie, bijpraten, kijken of ik al in m’n lokaal kan om de laptop aan het smartbord te hangen en de les ‘klaar te zetten’. Het is vanaf m’n huis zo’n 8 á 10 minuten lopen naar het stationnetje in onze wijk.

Wanneer ik daar arriveer, staan er al aardig wat, vooral jonge, mensen. Anderhalve (…) meter naast mij staat een groepje van zo’n zes scholieren. Ze staan in een cirkel. Ze voeren een gesprek! Dat is tegenwoordig al heel wat, want meestal heeft iedereen oortjes in of zelfs een ‘over-ear’ koptelefoon op en is er van een gesprek geen sprake. Dat laatste klinkt onbedoeld grappig. Ik kan eerlijk gezegd ook nog steeds niet wennen aan mensen die luidkeels schijnbaar in het niets wél een gesprek staan te voeren, maar dan met iemand die in de verste verte niet aanwezig is. Een week eerder deed een jongen dat, terwijl de ongeveer twintig andere wachtenden doodstil voor zich uit keken en meeluisterden. Nou ja, dat weet ik dan alleen van degenen die géén oortjes in én áán hadden. Zoals ik. Tja, ik vind het eigenlijk best leuk om mee te luisteren met gesprekken waaraan ik niet deelneem. Ik ben een audiostalker.

Het groepje scholieren bespreekt docenten, klasgenoten en lokalen. Ik noteer sommige zinnen en uitspraken in spreektaal, dus bij voorbaat excuses.

‘In dat lokaal is het zó F*$# warm altijd jonguh, als ik daar binnenkom pleur ik meteen dat raam open! Oprecht niet te dóen daar!’

‘Ja en dan begint L. (naam klasgenoot) meteen te piepen van doe dat raam dicht ik heb het koud en toen zei ik laatst: oprecht schat, jij bent echt de énige in deze klas die het nu koud heeft dus als je er last van hebt ga je toch lekker in de aula zitten? En ze pakt haar tas weer en gaat gewoon wég gast, ik ging hélemaal stuk!’

‘Kun je bij T. (naam docent) rustig doen, die heeft toch geen idee wie er wel en niet zijn in z’n les!’ ‘Überháupt of er iemand in z’n les is! Die gaat gewoon áán met z’n hoofd in z’n laptop en stopt als ie ziet dat de klas alweer leeg is! Hahaha!’ (instemmend gelach)

‘Nou, S. (naam docent) gaat altijd eerst tien minuten absenten opnemen en halverwege de les kickt ze er alweer drie uit! Je kan maar druk zijn met je administratie! Maar ik mag haar wel.’

‘Ja, zij is wel oké. Soort van.’

Inmiddels klinkt er een gesproken bericht over het perron. De betreffende trein vertrekt ‘over enkele minuten’. Ik zie op mijn app dat hij vier minuten vertraging heeft. De eerste wachtenden verlaten het perron al. De scholieren niet.

‘Oh echt, ik ga zóóó m’n eerste uur al niet halen nu..! Nederlands!’

‘Oooooh jammùùùùùùr!’ (Verdorie, dat is ook míjn vak…!)

‘Oprecht mensen, als die gast gaat zeggen van ga maar aan je presentatie werken ben ik echt weg!’

’Oooh F*%#, die presentatie! Moet ik nog aan beginnen! Dat media-ding?’

‘Doe gewoon iets met Ali B, Marco B, Li’ll Kleine, gewoon die MeToo shit, altijd goed!’

Na nog eens tien minuten klinkt door de speaker hetzelfde bericht als eerder. Ik zie nu op m’n app dat de trein al 14 minuten vertraging heeft. Een Sprinter kun je ‘m al niet meer noemen.

‘Oké, ik heb m’n moeder geappt en die komt me halen als de volgende ook niet rijdt! Hee, ik had ook nog thee bij me!’ Er wordt een thermo-mok geopend. Je kan maar boffen met je moeder.

Eén jongen oppert het plan het spoor aan de overkant te pakken en dan eerst naar Apeldoorn Centraal te rijden en daar weer die felbegeerde Sprinter te pakken.

‘Gast! Dat is een intercity! Die gaat hier niet stoppen! En trouwens, dan stap je dáár weer in de Sprinter die hier langs gaat komen!’

‘Oké, maar dan zit je wel even wat eerder lekker warm…!’ Scholierenlogica.
Ik begin zeker te weten dat de volgende trein ook écht de volgende trein wordt, die van 8.23 uur.
Het groepje kijkt af en toe reikhalzend het spoor af. ‘Ja! Hij komt!’
‘Nee!’ Dat is de intercity!’

Twee minuten ná de intercity klinkt het bericht dat de betreffende Sprinter niet meer rijdt. Nee, dat begrijp ik, want over een paar minuten moet de vólgende al komen.
En die komt uiteindelijk. Een minuut te laat. Druk discussiërend klotst het groepje een coupé achter mij in. Leuk klasje.
Zelf kom ik precies één minuut te laat bij mijn eigen leuke klasje. Ze staan rustig te wachten bij het lokaal. Ik voel hoe belachelijk het klinkt wanneer ik zeg: ‘De trein kwam niet…’
Maar ik doe het toch. En ik vertel er meteen bij hoe ze inspiratie kunnen opdoen voor hun nog in te leveren blog.

Ga een half uurtje op een perron staan.

Zonder oortjes.

Bert Jansen
Docent VC Twello