10 februari 2022

Sportvrienden en dreig(e)mensen

‘Meneer, denkt u dat er oorlog komt?’ Ik kon me eigenlijk niet herinneren die vraag ooit eerder van een leerling te hebben gehad in een les. Misschien na de aanslagen op de Twin Towers, toen ik nog in groep acht van de basisschool lesgaf.

De afgelopen week kreeg ik hem een aantal keren. Bij maatschappijleer behandelen we het thema ‘Nederland en de wereld’. Het vorige thema ‘politiek’ kwam ook al zo mooi dichtbij door alle coronaperikelen, de politieke schandaaltjes en blunders, de eindeloze formatiebesprekingen en uiteindelijk de vorming van een ‘nieuw’ kabinet. Dit keer gaat het hoofdstuk over de búitenlandse politiek waar Nederland bij betrokken is. De EU, de VN, de NAVO. Je zou zeggen: dat is helemáál een ver-van-je-bed-onderwerp voor pubers. Maar met de recente dreigingen van Rusland aan de grens met Oekraïne zijn die ‘clubs’ waarvan ook ons land lid is, opeens belangrijker dan ooit én dagelijks in het nieuws. Vaak beginnen we de les met een stukje uit het journaal van de dag ervóór. Even kijken en delen ‘wat er speelt’. En zo krijg je in dit geval al snel een gesprek over zaken als militair ingrijpen, sancties, wederzijdse belangen. Mensenrechten. Dreigementen.

Dreigeménsen.
Dat zijn in dit geval wereldleiders die doen aan ‘pesten op hoog niveau’. Het is eigenlijk heel kinderachtig. Het gaat over je zin willen hebben. Over dreigen met hard terug pesten wanneer je je zin níet krijgt. Over vriendjes worden met mensen en clubjes maken, waar anderen dan weer niet bij mogen horen. Het gebeurt allemaal precies zo in het klein, op school. Tegelijkertijd lijkt het erop dat niemand op een oorlog zit te wachten. Want oorlogje spelen kost miljarden. Moeilijk te verkopen aan een volk waarmee het economisch al niet bepaald goed gaat. Nog niet eens gesproken over het aantal slachtoffers. Gelukkig krijgen we sowieso een paar weken uitstel van een eventuele escalatie.
Reden: De Olympische Spelen zijn begonnen! Huh? Wat heeft dát er nou mee te maken? Nou, het schijnt dat sport verbroedert, verzustert, verbindt.
Landen ‘vergeten’ even hun politieke problemen. Oekraïne doet mee. Rusland ook. De Verenigde Staten en China ook. Premier Poetin ging al even gezellig buurten bij zijn Chinese collega in Hongkong. En beloofde daar volgens de berichten dat hij deze mooie happening niet zou besmeuren met zoiets onhygiënisch als een oorlog. En China beloofde natuurlijk achter Rusland te staan bij alles wat ze ná De Spelen van plan zijn.
Ik zag een halve finale in het EK zaalvoetbal (tegenwoordig futsal genoemd, schijnt beter te bekken, maar lijkt toch erg op ‘voetzool’ of ‘voedsel’) en die ging tussen Oekraïne en Rusland! Je bedenkt het niet. Sommige schoten (met de voet) gingen weliswaar als kanonskogels door de zaal, maar sprake van oorlog was er niet. Hoewel een beroemde Nederlandse trainer ooit zei dat voetbal oorlog is. Wél draaiden de Oekraïense supporters demonstratief de rug naar de zaal toen het Russische volkslied klonk. Een stil protest. Intussen groeiden de protesten tegen het feit dat China überhaupt De Spelen toegewezen had gekregen. Wel een beetje laat. Mosterd na de wedstrijd.

De afgelopen weken waren er bij ons op school regelmatig sportactiviteiten. Een sportdag per jaarlaag. Leerlingen maken teams en beoefenen een ochtend of middag verschillende sporten tegen elkaar. Wanneer leerlingen zelf mogen kiezen ontstaan er automatisch ‘vriendenteams’. Soms is er zelfs reden om bepaalde leerlingen niet bij elkaar in een team te zetten, omdat ze onderling flinke problemen hebben. Soms gebeurt het toch, bijvoorbeeld omdat het qua aantallen niet uitkomt. En dan zie je, dat wanneer je een gezamenlijk doel hebt (letterlijk en figuurlijk), die problemen even aan de kant gaan en je wellicht ontdekt dat die ‘vijand’ een heel fijn iemand is om samen mee te sporten. Ik zou het zelfs aanraden: Ruzie? Samen in een team! Misschien moeten we Nieuwe Spelen gaan bedenken. Waarbij landen gemixt worden. Een ijshockeyteam half Rusland, half Verenigde Staten. Een volleybalteam, half China, half Oekraïne. Of van verschillende landen een speler. Alle wereldleiders naast elkaar op de tribune. Geen volksliederen, alleen een Olympische ‘hymne’. Misschien gaat sport dan pas écht verbroederen, verzusteren, vermenselijken, verbinden.

Of ik denk dat er oorlog komt?
Ik hoop het niet. Ik dénk het niet. Maar zéker weten doe ik het ook niet. Want zolang dreigemensen de wereldpolitiek bepalen, zijn vrijheid en vrede wankele waarden. Laten we snel een futsalwedstrijd organiseren tussen een team met alle grote wereldleiders en bijvoorbeeld een team met voetballende straatjongeren uit allerlei landen. Gewoon lekker samen sporten, elkaar letterlijk de bal toespelen, maar met een gezamenlijk doel. Maak die jongeren maar bang met je dodelijke omhaal, je killer-strafschop of je vernederende panna. Maar niet met een dreigende oorlog, wat denk je wel… Het is tenslotte ook nog eens februari, uitgeroepen tot de maand van de liefde.
Nou dan!

 Bert Jansen
Docent VC Twello