09 december 2021

Tussen droom en diploma

Ik ben een boek aan het lezen over het leven van een wereldberoemde Amerikaanse drummer.
Hij vertelt daarin hoe hij opgroeide en hoe muziek een steeds belangrijker plek begon in te nemen in dat leven. Dat hij talent had voor muziek in het algemeen en drummen in het bijzonder werd al snel duidelijk. Hij begon er steeds meer tijd in te steken en kwam dus eigenlijk tijd te kort. Want tja, hij moest ook naar school. Zolang hij nog geen geld had voor een drumstel sloeg hij met een setje veel te dikke stokken die hij van een muziekkorps had geleend op een kussen. Toen hij eenmaal z’n eerste drumstel had, was hij nog zó gewend aan hard slaan dat hij regelmatig door z’n vellen sloeg.

Op school ging het niet goed. Onvoldoendes, spijbelen, moeilijke gesprekken. Zijn moeder was nota bene een geliefde docente op een nabijgelegen school. Op een dag kreeg hij een kans te gaan spelen in een al redelijk bekende band. Hij nam het besluit te stoppen met school en helemaal voor de muziek te gaan. Het meest zag hij op tegen het moment dat hij dat aan z’n moeder ging vertellen.
Maar ze zei: ‘Dan hoop ik maar dat je écht goed bent.’ En ook nog: ‘Het is niet altijd zo dat een leerling zijn verplichtingen tegenover de school niet nakomt. Het gebeurt ook wel eens dat de school haar verplichtingen tegenover de leerling niet nakomt.’
De rest van het verhaal werd geschiedenis. De puber van toen is inmiddels een wereldberoemd muzikant en reist de hele aardbol over. Hij heeft ongetwijfeld alles geleerd wat hij nodig heeft en nog veel meer dingen die je niét op school leert.

Ik ben zelf docent, maar heb respect voor iemand die zo’n keuze durft te maken. In mijn eigen puberteit begon ik met gitaarspelen. Oh ja, ik had daarvóór nog een tijdje op een zelfgebouwd drumstel zitten meppen. Maar in ons gehorige rijtjeshuis was dat al snel afgelopen. Gitaar dan dus maar. Hoeveel ik ook speelde en hoeveel ik droomde van eindeloze tournees en optredens voor uitverkochte zalen, er kwam geen moment waarop ik bedacht met school te stoppen. Niet overtuigd genoeg van m’n talent of waarschijnlijk ook niet in het bezit van voldoende van dat talent. En ook niet voldoende lef. Hoewel het nog aardig goed kwam. Ik speel al jaren in een band en kan dat goed combineren met mijn werk. Wel zo veilig.

Ook bij ons op school lopen ongetwijfeld leerlingen rond die wel eens de neiging hebben ermee te stoppen en te kiezen voor hun talent. Maar ja, die leerplicht. En die onzekerheid.

Regelmatig hoor je als docent de (terechte) vraag over een leerstofonderdeel: ‘Waar heb je dat nou precies voor nodig later?’ Ik pass de vraag dan meestal terug: ‘Dat ligt aan ‘jouw later’…wat wil JIJ later?’ Een enkeling zegt dan gevat: ‘Nou, in elk geval niét iets met een naamwoordelijk gezegde’. Maar vaak moeten ze het antwoord nog schuldig blijven. Toch zijn ze ook vaak  wél allang bezig met dingen buiten die school.

Zoals die mentorleerling die een eigen kerstbomenhandeltje heeft opgezet en waarschijnlijk nú al meer verstand heeft van zaken doen dan ik. Of die leerling die ieder muziekinstrument dat ie oppakt in no time kan bespelen. Maar over het algemeen wordt het toch als verstandig gezien ‘eerst je school maar eens af te maken’. Want mocht je dan met je uit de hand gelopen hobby of talent vastlopen, dan heb je in elk geval nog een diploma. Soms betekent dat dat iedere les een keiharde onderbreking van je droom is. Soms heb je die les nódig om dichter bij die droom te komen.
Misschien moeten we op school nog wat meer oog en oor hebben voor jouw dromen en talenten en daar onze lessen nog wat meer op aanpassen. Zodat droom en werkelijkheid wat dichter bij elkaar komen. Intussen lopen we toch maar weer braaf coronaproof gemuilkorfd in de pas langs de vastgestelde wandelroutes van lokaal naar lokaal op weg naar dat diploma. En een school echt dicht doen is wel het laatste wat er gaat gebeuren. Want dan ga je teveel dromen en je talenten keihard ontwikkelen en dan is de minister van onderwijs bang dat we jullie nooit weer zien…😊

Het is alweer zondagavond 23.00 uur.
Ik denk dat ik nog even wat ga oefenen op m’n gitaar. Mocht ik m’n baan kwijtraken, dan heb ik tenminste nog iets achter de hand…!
Want stiekem droom ik natuurlijk nog steeds van…precies.

Een soort omgekeerd lef.

Bert Jansen
Docent VC Twello