18 februari 2021

Ontdooid

We waren er aan toe. Even iets anders dan praten over het coronavirus, maatregelen, handhaving, vaccinaties, achterstanden, avondklokken. De afleiding kwam in de vorm van een tijdelijke omslag in het weer. Die meteen ook weer de nieuwste maatregel in het honderd stuurde.

De basisscholen zouden namelijk weer open gaan, zij het met beperkende regels omtrent afstand.

Maar op die eerste dag bleven de meeste scholen tóch maar weer dicht, vanwege hevige sneeuwval.

In een paar dagen werd Nederland bedekt met een dik dempend donzen dekbed. En een nieuw virus sloeg onmiddellijk toe. Schaatskoorts! In alle talkshows schoven ex-Elfstedenhelden, rayonhoofden en ijsmeesters aan om ons, bij gebrek aan perspectief op het einde van het c-virus, dan toch in elk geval uitzicht te bieden op schaatsplezier en heel misschien zelfs de heilige wintergraal:

Dé Elfstedentocht!

Ook onze docenten gooiden meteen hun creativiteit in de strijd en bedachten snow challenges zoals een elfje maken in de sneeuw, of een afdruk van je gezicht. Ik deelde het idee voor het vak Nederlands voor het laten maken van een sneeuwpop die een boek las, er zelf lezend naast te gaan zitten en van de foto een leespromotieposter te maken. Er kwamen eerst wat klachten dat de sneeuw niet plakte, maar dat bleek plaatselijk nogal te verschillen, want er kwamen ook die eerste dagen al prachtige voorbeelden binnen.

Twee jongens stuurden een foto waarin ze, alsof het hoogzomer was, in hun zwemshort in de sneeuw een sneeuwpop, getooid met hoed en zonnebril, zaten voor te lezen…! Iets met ‘lezen houdt je warm…?!’ Geweldig!

Al even hartverwarmend was het initiatief van leerling JW uit klas 3M, die met een eigen shoveltje onze conciërges kwam helpen met het sneeuwvrij maken van het plein en de ingang van de school!

Mooie foto’s van de drie hardwerkende heren kwamen voorbij in de groepsapps.

Kijk, zo kun je ook weer ándere mooie dingen doen in crisistijd! Wat nou achterstanden!?

Nou… historisch gezien toch wel, want ik realiseerde me dat niet één van onze leerlingen de laatste Elfstedentocht had meegemaakt. En dat ook déze vreemde koorts waarschijnlijk grotendeels aan hen voorbijging. Dus maar als lesopening een gedicht én een lied over de ‘tocht der tochten’ gezocht. En dan kom je toch weer uit op dat ook al zo historische lied van Herman Finkers, ‘Elfstedentocht’. Hij probeert daar met een gammel keyboardje een pas geschreven lied uit op het publiek. Tjibbe. Sjoerd en Wibbe rijden in een wak (‘volledig overleden’) en dan zingt hij (vr)olijk: ‘Zó heb je ’t over Friezen, zó heb je ’t over dooien’. Woordspelingen waarderen kun je leren. Daarna nog even kijken naar die (ook al stokoude) reclame over het Friese drankje Beerenburg, waarbij een Fries een stel stadse scheefschaatsers die graag over één nacht ijs gaan, probeert te waarschuwen: It kén nét!’ Wat in het (diep)Fries natuurlijk betekent dat het NIET kan en niet dat het nét kan…

Gevolg: krak en plons. Dat laatste overkwam mijzelf dit weekend ook op het grachtje achter mijn huis, waar ik even ging ‘inschaatsen’ na zeven jaar. Ik kwam eraf met één nat been. De volgende dag maar een wat beter stuk ijs opgezocht en met wat vrienden genoten van het échte schaatsen, de zon, de frisse buitenlucht en al die vrolijke mensen die met plezier hun koeken, koffie of schaatsaantrekstoeltje deelden.

Het regende prachtige foto’s van collega’s en leerlingen dat weekend. Het leek of iedereen buiten was. En blij!

Nederland ontdooide.

Figuurlijk én… ja, helaas ook letterlijk. Want een paar uur voor ik op zondagavond aan deze column begin lees ik alweer op de nieuwsapp: ‘Morgen code rood. IJzel en gladheid’. En even later in de personeelsapp: ‘We blijven morgen dicht’.

Nou ja, het was toch even heerlijk. Gebruik die opgedane energie (vitamine D van de zon) om de komende week door te komen. En dan…is het voorjaarsvakantie. Met een beetje geluk kunnen we dan wéér naar buiten, maar dan in een warm voorjaarszonnetje. Komend weekend meer dan 15 graden!? Zó heb je ’t over vriezen…

Fijne vakantie! Ontstress!  En hopelijk zien we elkaar daarna weer snel écht.

Miskien ken it nét. Maar misschien ook wél.

Want je weet nu: het kan vriezen en het kan dooien.