18 oktober 2013

Kinderlokker in Arnhem

Het was er weer.
Dat bekende gevoel waarmee je, vooral na een project, een vakantie kunt inrollen. Doodmoe, maar
zeer voldaan.
Tijdens het project ‘Culture Check’ verdiepten we ons met de brugklassen drie dagen in kunst en
cultuur.
Leerlingen leerden presenteren op allerlei manieren, mode ontwerpen, gebouwen maken met een
programma online, gedichten schrijven, stadsplannen ontwerpen, scriptschrijven en nog veel meer.
Op de tweede gaan we met de bus naar Arnhem. Daar lopen we de ‘cultuurroute’, want in Arnhem is
veel te ontdekken op dat gebied.
We treffen het met de chauffeur. Hij staat erop dat de leerlingen hem met ‘Sjaak’ aanspreken en hij
heeft er duidelijk zin in. Wij ook!
Even later loop ik met 30 leerlingen en een extra collega door Arnhem. Op verschillende plaatsen
stoppen we en houdt een groepje een presentatie over het kunstobject of gebouw waar we dan zijn.
Informatie, een Tableau Vivant, een gedicht, kort toneelstukje en gedicht. Ze hebben het de dag
ervóór zelf op school voorbereid. De eerste presentaties én opnames gaan vergezeld van
stormachtige geluiden, want het waait keihard, maar de zon schijnt.
Met 30 leerlingen door zo’n drukke, levendige stad lopen is al een project op zich. Het verkeer ziet er
heel anders uit dan in Twello. Al bij het eerste fietspad dat we oversteken worden we bijna
overreden door een in het zwart geklede jongedame, behangen met kokers en van die groooote
maptassen waar je tekeningen in bewaart. Dan weet je meteen dat je in een cultuurstad bent. Het
leven om ons heen is in volle gang. Tijdens één presentatie schuift een nogal haveloos geklede man
aan, die een sjekkie gaat draaien, mij om een vuurtje vraagt en meekijkt met de groep. ‘Was die
meneer dakloos?’ Zou zomaar kunnen…
In de entree van een overdekt stukje winkelcentrum doet een ander groepje de presentatie. Ze staan
zo’n twintig seconden doodstil in een tableau vivant winkelende mensen uit te beelden, terwijl
intussen datzelfde shoppende publiek aan alle kanten langs ze heen loopt. Sommige omstanders
blijven even staan en kijken en luisteren mee.
Nog een quiz en een toneelstukje van een winkeldiefstal (gelukkig rent verder niemand achter die
zogenaamd proletarisch winkelende leerling aan) en verder gaat het weer.
Tijdens het half uurtje lunchtijd waaieren de leerlingen uit naar de KFC’s en Mac’s van de stad en
zitten ze keurig op de afgesproken tijd weer op de afgesproken plek. Sterker nog, ze zijn er zelfs
eerder dan mijn collega en ik…
Op weg naar het Museum voor Moderne Kunst hebben we de laatste van de zeven presentaties. Ik
maan de leerlingen op de rand van de stoep te gaan zitten en vooral niet op het fietspad te blijven en
sla vaderlijk hier en daar een arm om een schouder en leidt ze naar de juiste plek. Opeens hoor ik
vanonder mijn arm: ‘Meneer, ik ZIT helemaal niet op deze school!!’ Uit mijn oksel kruipt een
wildvreemde jongen tevoorschijn, die toevallig met z’n vriendje voorbij kwam lopen…
Ik verontschuldig me in alle talen en gelukkig kunnen ze er om lachen. Tja, je voelt je al zo’n
kinderlokker met zo’n sliert van 30 brugpubers achter je aan, maar nu dus helemaal.
Het museumbezoek is erg leuk en interessant en aan het eind van de middag zitten we weer voldaan
in de bus. Samen met een andere klas en twee collega’s. We zeuren wat over het vele nakijkwerk en
nemen afscheid van de chauffeur.
‘Leuk stel kinderen!’, zegt hij. ‘Zo… en nu zeker bijna vakantie?’
‘Eh…ja…, morgenmiddag…’
‘Da’s mooi. IK mág nog even…Maar het is jullie van harte gegund hoor..!’
Ik zie dat hij het meent. Met zo’n conclusie ga ik met plezier die vakantie in.
Bert Jansen
Docent VC Twello