01 september 2022

Warmdraaien en cool blijven

Het gonsde weer in de personeelskamer die eerste maandagochtend. Na wekenlang betrekkelijk weinig stemmen aan én in mijn hoofd te hebben gehad, kwam dit steeds sterker wordende gezoem eerst wat onwennig, maar toch ook weer snel heel vertrouwd in mijn richting gedreven. Fijn om m’n collega’s weer te zien!

Het gonsde vooral van de vakantieverhalen. Over mooie bestemmingen, soms heel ver weg en soms ‘gewoon’ in eigen land. Over avonturen, ontmoetingen, andere culturen, nieuwe inzichten wellicht. Maar ook dachten we aan die collega die zomaar haar hele vakantie in het ziekenhuis moest doorbrengen en daar nog steeds was en is. Gedeelde zorgen. Kennismaken met nieuwe collega’s. De eerste presentatie van onze directeur. Even weer alles op een rijtje. Waar waren we gebleven en waar gaan we naartoe? De eerste vergaderingen. De dag afsluiten met een gezellige barbecue.

Maar…misten we niet iets? Aaaah  ja, natúúrlijk! Leerlingen!

Nou, die kwamen ook nog hoor, zij het een dagje later. Met over het algemeen vrolijke gezichten. Want school is, behalve veel ‘moeten’, ook: elkaar óntmoeten, vrienden maken, benieuwd zijn naar je nieuwe klas, je mentoren. Dat gold natuurlijk helemáál voor onze nieuwe brugklassers. Zelf vind ik het nog steeds erg leuk om als mentor weer met zo’n gloednieuwe groep eerstejaars te beginnen. Ze komen zo ‘fris’ binnen, soms nog wat onzeker, soms al heel snel ‘thuis’, maar altijd nieuwsgierig, leergierig, vol met vragen. Leuk om ze te leren kennen en wegwijs te maken in die nieuwe wereld, die onze school nog voor ze is.

De eerste twee weken is er, naast de eerste normale lessen volgens het rooster, vooral ook tijd je mentorklas te leren kennen. ‘De Gouden Weken’ noemen we deze periode. Mentorlessen, activiteiten in en buiten de school en excursies. Wanneer u dit leest, ben ik op brugklaskamp. Gouden weken waren en zijn het ook vanwege die gouden bol hoog aan de hemel (hoewel vaak ook  ‘koperen ploert’ genoemd) die ons in de afgelopen vakantieperiode flink bescheen en het Nederlandse landschap eruit liet zien of je ergens in de Spaanse binnenlanden was. Ook de eerste schoolweek golfde de hitte nog onverminderd voort. Zelden zo’n hete start meegemaakt.

De uitspraak ‘warmdraaien’ kreeg een letterlijke betekenis en had net zo goed los van elkaar geschreven kunnen worden als ‘warm draaien’. Het was die eerste week ook vooral zaak om letterlijk en figuurlijk ‘cool’ te blijven. Even je klas trakteren op een ijsje hielp daar al best bij. Dat koel blijven lukt in de wereld om ons heen nog niet zo goed. Niet alleen de aarde warmt flink op, maar ook de gemoederen raken soms flink verhit. Boeren die naar andere middelen (moeten?) grijpen dan een omgekeerde vlag om hun punt te maken. Ik wilde zo’n blauw-wit-rode kopen als teken van solidariteit, maar ze waren overal uitverkocht. Er waren alleen nog originele rood-wit-blauwe, maar ja, die had ik al. (Toen ik dit vertelde aan een klas, begreep ongeveer de helft het.)

In dezelfde periode waarin veel Nederlanders voor hun plezier in een krap tentje kropen, hetzij op vakantie, hetzij op een festival, werd een groep mensen die daar (volgens mij) níet vrijwillig voor kiest, zelfs dat tijdelijke dak-boven-het- hoofd geweigerd. En dan heet je opeens een ‘buitenslaper’. Dat de oorlog in Oekraïne nog steeds in volle gang is, wordt intussen al bijna zijspoornieuws. Soms is het politieke klimaat zo verstikkend, dat álles wat we inademen al ‘stikstof’ lijkt te worden. Het zijn onderwerpen die vast weer in lessen en gesprekken voorbij zullen gaan komen. En nog vele andere. Feitenkennis opdoen, dingen van meerdere kanten bekijken en dan jezelf een mening vormen.

Mooie eerste weken. Ik kon m’n rap doen over het vak maatschappijleer bij die eerste lessen die nét in de eerste twee lesdagen pasten. En bij een klas voor Nederlands ging het eerste verhaal over surfen. Ik kon het vakantiegevoel dus nog even vasthouden en heb het met plezier voorgelezen. Warmdraaien én cool blijven. Maar hoe cool is het wanneer je als nog niet zo in de lengte  uitgeschoten brugklasser ontdekt dat de stapel boeken die je zojuist hebt opgehaald ongeveer net zo hoog is als jij zelf bent? ‘Hoe moet ik hiermee de trap af?’, vroegen twee van m’n mentorleerlingen licht verontrust bij het verlaten van het lokaal na een gezellige mentormiddag. Tja…die rugtas was inderdaad zó topzwaar dat mijn duomentor en ik ook bang waren dat die twee als een bowler die vergeet z’n vingers bijtijds uit de bal te halen, zouden worden meegesleurd die trap af.

Nu was ons lokaal van die middag precies gelegen tegenover de lift. Het (eigenlijk illegale) idee was dus snel geboren. ‘Mag dat écht?’ ‘Van ons wel. Voor deze keer. Omdat je de rest van het jaar nooit meer al je boeken tegelijk meeneemt’. Nog twee achterblijvers keken zó teleurgesteld dat we de dames uiteindelijk met z’n vieren (en die zak stenen die boekentas heet) de lift in hielpen.

Daar gingen ze. Ze hadden niet eens op de knop hoeven drukken, want hij was waarschijnlijk vanzélf wel naar beneden gekegeld. Vrolijk lachend en zwaaiend (grappig, zo’n glazen liftdeur) zakten ze uit ons blikveld.

Cooler werd het niet.

Een mooi schooljaar gewenst!

Bert Jansen
Docent VC Twello