07 april 2022

Uit de potkast

Ik was als gastspreker uitgenodigd voor een podcast. Wanneer je geen idee hebt wat dat is en je het woord hoort, zou je denken dat je het schrijft als ‘potkast’ (een kast vol bloempotten?) of ‘potkaas’ (vloeibare kaas in een pot).

Nu wist ik wél wat een podcast is (het woord komt oorspronkelijk uit Amerika, zoals bijna ieder nieuw woord in het ‘Nederlands’ en is afgeleid van de iPod en ‘broadcast’), maar ik had er nog nooit eentje beluisterd. Ik had namelijk altijd het idee dat het niets anders was dan een paar mensen die een mobieltje op een tafel gooien, op ‘record’ drukken en onvoorbereid wat beginnen te praten, discussiëren, zwammen over een onderwerp. Is het leuk genoeg, dan gooi je het daarna op een paar streamingplatforms, zodat ook anderen het kunnen beluisteren. Podcasts zijn al een tijdje erg populair. Je kunt geen onderwerp bedenken of er bestaan wel podcasts over. Het is erg hip om tijdens bezigheden als wandelen, strijken, treinreizen of koken een podcast te beluisteren.

Nu heb ik vanwege mijn beroep de hele dag al stemmen aan, rond en soms zelfs in mijn hoofd, dus ik heb nog niet echt de moed gevonden om na werktijd nóg maar eens naar pratende mensen te gaan luisteren. Ik luister dan liever naar muziek. Maar ik kreeg al wel via vrienden de titels van verschillende goede podcasts óver muziek of gitaren. Ze staan nog steeds op m’n to-listen-list.

Lang verhaal (dat is het alweer) kort (dat wordt ’t wéér niet…): mijn idee van dat mobieltje werd flink op z’n kop gezet toen ik op de locatie aankwam. Een echte studio met technici, professioneel licht en geluid, drie kwaliteitsmicrofoons op tafel en een aantal camera’s. Oeps. Het werd dus ook nog eens gefilmd. De twee presentatrices en bedenkers van deze podcast, Anna en Kim, zijn collega’s van een school voor v.o. in Deventer. Ze noemen hun podcast ‘Wij(n) in het onderwijs’. Want, onder het genot van…precies. Ze hadden me uitgenodigd om met ze te komen praten over het onderwerp ‘actualiteit in het onderwijs’. Het werd een erg leuk gesprek. Een vraag was of je alles uit de actualiteit moet bespreken in de klas? Nou, van veel dingen vind ik dat wel, maar het is mooi wanneer het ook nog een beetje bij je les past. Die twee dingen met elkaar verbinden geeft sowieso betekenis aan je onderwijs. Toch moet je denk ik ook voorzichtig zijn en weten wat er speelt in een klas. Kijken naar beelden van Oekraïense vluchtelingen kan heftige gevoelens oproepen bij een Syrische leerling die misschien hetzelfde heeft meegemaakt. En dat geldt voor meer onderwerpen. Of je onderwijs altijd context moet hebben? Liefst wel. Maar of ik dan altijd antwoord kon en wilde geven op de vraag van een leerling: ‘Waarom moeten we dit leren? Waar heb je dit voor nodig?’ Ja, het liefst wel.

Wanneer ik als docent niet kan uitleggen waarom je iets zou moeten leren, of wat je ermee kunt, waarom het zin zou kunnen hebben, kan ik die les net zo goed schrappen.

Antwoorden als: ‘Omdat het in de toets komt!’ of: ‘Omdat ik het zeg!’ of: ‘Dat begrijp je later pas…’ zijn natuurlijk dooddoeners bij gebrek aan een écht antwoord. Ik noemde het voorbeeld van het liggend streepje (koppelteken) bij spelling. ‘Paus op non actief’, stond er ooit boven een nieuwsbericht. Oeps. Even het liggend streepje vergeten en je hebt opeens een opvallend áctieve paus… En een langebaanschaatser is iets anders dan een lange baanschaatser.

Zo ging het gesprek soms heel serieus, soms met de nodige grappen eigenlijk veel te snel voorbij. En moest ik m’n mening over het opnemen van een podcast (in elk geval van déze) drastisch herzien. Deze twee leuke collega’s hadden het meteen maar professioneel aangepakt, top.

Halverwege deze week begint er weer een toetsperiode voor een deel van onze leerlingen. Ik weet niet of ze van alle dingen die ze moeten leren weten waaróm dat zin zou kunnen hebben. Maar ik hoop het wel. Het zou kunnen helpen bij de motivatie lijkt me. Succes maar weer iedereen!

Afgelopen week bekeek ik leesvlogs van een klas. Sommige leerlingen vinden het zichtbaar ongemakkelijk om in beeld over een boek te vertellen. Dat gaan we de volgende keer maar eens anders doen. In een tweetal of groepje met elkaar praten over je boek. Alleen audio opnemen, geen beeld. En dan noemen we het ‘De boekencast’.

Ik ga zo denk ik toch maar eens mijn eerste podcast over gitaren beluisteren. Voor alles is een eerste keer.

Ik ben uit de podkast gekomen!

Bert Jansen
Docent VC Twello