25 november 2021

Leesba(a)r en boos

De afgelopen weken waren weer niet bepaald saai. We hielden nog net op tijd een aantal zeer druk bezochte meeloopdagen met enthousiaste basisschoolleerlingen. De week erna werden de scholenmarkten en informatieve ouderavonden alweer gecanceld vanwege de nieuwe maatregelen. Een studiedag, waarbij we als docenten van VC Twello lessen zouden bijwonen van basisschoolcollega’s én collega’s uit het v.o. in Deventer, kon geen doorgang vinden. Dan maar op school andere dingen doen, want ach, er is altijd genoeg te bespreken en ontwikkelen. Je beweegt mee, gaat met de golven. ‘You can’t control the waves, but you can learn how to surf.’

Wat dat betreft zijn we in het onderwijs wel flexibel. Sowieso schijnt het een beroep te zijn waarin je zo’n beetje de meeste beslissingen op een dag neemt. Er kan constant van alles gebeuren, dingen veranderen of ontstaan waar je bijstaat. Je weet nooit helemaal hoe een dag gaat verlopen.

Ik keek een stapel toetsen na en verbaasde me weer eens over de teruglopende leesbaarheid van het handschrift. Soms lijken zinnen een brei van letters die als modder uit een afwateringsbuis lopen. Geen losse woorden, nee, zo’n beetje alles aan elkaar geknoopt en je mag als docent bedenken waar je een nieuw woord zou willen zien beginnen. Ondanks aangegeven en voorgedrukte regels op het antwoordblad meanderen die ‘zinnen’ als kronkelende waterslangen in een golfslagbad dwars door en rondom de lijntjes. Na drie proefwerken zeeziek. Het handschrift wordt een tweedehands-schrift.

Het lukt sommigen een soort 3.0-versie van het spijkerschrift te ontwikkelen. Hedendaagse hiëroglyfen. En dan weet ik nog wat er moet staan, ik heb tenslotte die toets gemaakt, dus ik lees al met voorsprong.

Het is natuurlijk ook niet zo vreemd dat het zo terugloopt met die leesbaarheid. We schrijven steeds minder met de hand. En dan moet je opeens drie of vier kantjes volschrijven met zo’n onwillige pen. Vingerfitness. Na vijf vragen worden de eerste armen al losgeschud. Degenen die wél een rustig, regelmatig en leesbaar handschrift hebben, complimenteer ik dan maar het paradijs in. ‘Dank je voor het zo netjes schrijven!’ (Waar zij dan weer grappig bijschrijven: Wat staat hier?’)

Ook alle toetsen dan maar laten typen? Nee! Het Centraal Schriftelijk Eindexamen wordt nog steeds grotendeels met de hand geschreven. Verder is aangetoond dat het schrijven met de hand een betere verwerking van de lesstof geeft. Wordt vervolgd, dit onderwerp…

O ja, een grappig antwoord bij de toets over het thema ‘relaties’ bij maatschappijleer:

Vraag: ‘Boer zoekt vouw is een datingprogramma. Waarom is er gekozen voor het concept BOER zoekt vrouw en niet bijvoorbeeld BUSCHAUFFEUR of BARKEEPER zoekt vrouw?’

Antwoord: ‘Omdat er alleen boeren meedoen aan het programma.’

I rest my case…logica in optima forma.

Nu is het weer zondagavond.

Voordat ik mijn laptop openklap om m’n column te schrijven kijk ik nog een laat journaal.

Ik zie beelden van rellende jongeren in Nederlandse steden. Er worden ruiten ingegooid en auto’s in de brand gestoken. Er wordt met verbazing gesproken over de leeftijd van de daders. Ze zijn over het algemeen minderjarig.

Voor het eerst in lange tijd is er door de politie met scherp geschoten op de relschoppers. En natuurlijk wordt er kort daarna aangekondigd dat onderzocht zal worden of dat terecht was. Hoe deze escalaties hebben kunnen ontstaan. Of de politie beter voorbereid had kunnen of moeten zijn.

We leven gelukkig nog steeds in een rechtsstaat en niet in een politiestaat.

Maar de hernieuwde maatregelen rondom covid maken blijkbaar het slechtste in mensen los.

Intussen zijn we bij maatschappijleer begonnen met het hoofdstuk over politiek. Hoewel nog geen van m’n leerlingen mag stemmen en politiek vaak wordt gezien als een ‘ver-van-mijn-bed-show’, opgevoerd door saaie oude mensen, staan de politieke besluiten dichterbij ons dagelijks leven dan ooit en hebben ze meer dan ooit directe invloed óp dat dagelijks leven.

Wat niet wegneemt dat je nog wel even moet uitleggen hoe het ‘zit’ met die stoelen in de Tweede Kamer, hoeveel er daarvan zijn en dat een ander woord voor stoel ‘zetel’ is. En dat het aantal zetels dat een partij haalt letterlijk stoelen zijn en geen virtuele bitcoins of zoiets.

Politiek allesbehalve saai. Er is altijd wel een smeuïg schandaaltje gaande of een gênante blunder. En ook politici zitten tijdens een vurig betoog van de oppositie gewoon op hun mobieltje, knikkebollen in slaap, houden zich niet aan afspraken, laten belangrijke documenten in de trein liggen of dragen die, leesbaar voor het hele volk, onder hun arm. Oeps.

Het zijn net gewone mensen.

Zoals docenten.

Regelmatig krijg ik het bericht van de conciërge dat hij m’n laptop, sleutels. mobieltje of mapje met pasjes maar even in m’n postvak heeft gelegd, omdat ie nog in lokaal…lag.

Zal ik, om het goede voorbeeld te geven, deze week m’n column eens met de hand schrijven en per post naar de krant sturen?

Hmmmm…

Toch maar niet.

Straks laat ik hem in de trein liggen.

Bert Jansen
Docent VC Twello