04 maart 2021

Tussen scherm en school

De laatste vrijdag vóór de voorjaarsvakantie hielden we na schooltijd een ‘onlineborrel’. Niet dat we, in de tijd dat we nog met z’n allen normaal naar school gingen (wanneer was dat ook alweer..?) een vrijmibo hadden, hoor. Maar je kon elkaar in elk geval face to face een prettig weekend of een fijne vakantie wensen. En dat zijn dingen die je gaat missen.

Een snel in het leven geroepen ‘welzijnscommissie’ had bedacht dat het best leuk zou kunnen zijn om vanaf je eigen werkplek, maar toch samen, de voorjaarsvakantie in te luiden. Op school stond voor iedereen een pakketje klaar met daarin een zowel non- als alcoholisch drankje en een aantal keurig verpakte borrelhapjes. Degene die z’n tasje zélf vanaf school mee kon nemen, deed dat. Voor de anderen werd het thuisbezorgd.

En daar zaten we dan. Met heel veel collega’s voor een beeldscherm. En hoewel het niet te vergelijken is met een fysieke bijeenkomst, was het gewoon érg gezellig!

Zijn er dan voordelen aan een onlinevrijmibo? Jawel! Ervan uitgaande dat iedereen vanaf ‘thuis’ meedoet, is een drankje geen probleem. Je hoeft het verkeer niet meer in. Verder kan iedereen meedoen, ook degenen die niet op de vrijdag werken. Wel zo leuk. Niemand ziet in welk tempo jij je borrelnootjes naar binnen werkt (even de camera uit op zo’n moment) of hoort welke geluiden je daarbij maakt (microfoon uit!).

Na een vrolijke en licht chaotische start gingen we in groepjes uiteen (ja, ook dat kan online) om een spel te spelen. De resultaten werden gefilmd en gedeeld. De afsluiting was weer gezamenlijk.

Erg leuk initiatief om toch een beetje dat saamhorigheidsgevoel te behouden. En zoals het bij een gezellig feestje hoort, liep het ook hier uit. En waren er ‘blijven-hangers’.

Was het allemaal zo leuk dan, die afgelopen weken?

Nee.

In de media kwam, heel terecht, steeds meer aandacht voor het perspectief vanuit de leerlingen. En het ging nu even niet over de léérachterstanden, maar over het welbevinden van deze groep. Lééfachterstand, zeg maar. De rek lijkt er een beetje uit te zijn. Ook zij missen elkaar en het échte contact met klasgenoten. Het woord ‘depressie’ kwam geregeld voorbij. De druk om de scholen voor voortgezet onderwijs weer te openen werd dan ook steeds groter.

Moeten we dan die scholen, mét alle nog aanwezige risico’s, maar weer openen, alleen om onze leerlingen hun sociale leven weer terug te geven?

Nou, misschien wel…

Vanuit het perspectief van de gemiddelde leerling is school toch vooral een sociaal samenzijn, af en toe, al dan niet hinderlijk, onderbroken door iets wat we een les noemen.

We kunnen ons docentperspectief misschien iets aanpassen. Dus: we gaan open om de lééfachterstand van onze leerlingen weer weg te werken en ze vooral bij elkáár te brengen. En alles wat ze tussendoor tijdens die onderbrekingen, genaamd lessen, opsteken, is meegenomen!

Maareh… écht leven met nog steeds die anderhalve meter, gesplitste klassen vanwege de groepsgrootte, aangepaste pauzes, vaste looproutes…?

Niet zo gek dat we nog niet metéén op maandag 1 maart volledig opengingen. Dat krijg je wanneer de laatste persco in de vakantie plaatsvindt. Want je moet het als school maar weer regelen. Tijdens deze vakantie was ik aan zee. Fietsend door de duinen zag ik zo’n verkeersbord waarmee een naderend wildrooster wordt aangekondigd. Een rode driehoek met een uitroepteken en het woord ‘WILDROOSTER’ eronder. Ik maakte er een foto van en stuurde hem naar onze roostermaakster. Ze begreep meteen wat ik bedoelde en kon er goed om lachen.

Lieve leerlingen, wij willen jullie natuurlijk óók weer graag állemaal op school zien. Maar, net als met het vaccineren, gaat dat soms niet zo snel als we zouden willen. Op het moment dat ik dit schrijf, staan ons nog minimaal twee online lesdagen te wachten. Maar op het moment dat jullie dit (kunnen) lezen, is het misschien gelukt! Met een niet al te wild rooster.

Het wordt weer beter. En leuker.

Tot die tijd leven én zweven we nog wat rond.

Tussen scherm en school.