07 januari 2021

Polderdiscipline

Het is zondagavond. Daar zit ik dan weer voor m’n laptop. Of: áchter m’n laptop? Waarom zeggen we dat we vóór de tv zitten, maar meestal áchter de computer? Het mag eigenlijk allemáál hoor, ook vóór de laptop of computer. ‘Op’ kan zelfs ook. Er wordt op taalsites uitgelegd dat vóór iets zitten een meer relaxte, passieve houding aangeeft en eráchter een actievere. Maar het mág allemaal en het kán ook allemaal hetzelfde betekenen. Vroeger waren er mannen die zeiden dat vrouwen ‘achter het aanrecht’ hoorden. Maar dat begrijp ik dan weer niet, want ze bedoelden dan dat vrouwen vooral moesten koken en dat doe je volgens mij gemakkelijker vóór het aanrecht dan erachter. Áchter het aanrecht lopen dan meestal weer gas-en waterleidingen en daar moesten vrouwen, volgens die mannen, nou juist weer NIET (aan)komen…

‘Hij heeft de hele les op z’n mobieltje gezeten’. Nou, dan heeft ie blijkbaar een sterke screenprotector én een lekkere warme telefoon aan het eind van de les.

Zit je vóór het raam, dan zit je in principe relaxed, je zit bijvoorbeeld in het zonnetje, doet verder niets. Zit je áchter het raam, of ‘achter de ramen’, dan beoefen je misschien het oudste beroep ter wereld en dat duidt dan toch weer op werken. Maar zit je ‘achter de geraniums’, dan doe je dus weer helemaal niets… En zit je als sekswerker achter het raam achter de geraniums, ben je dan met pensioen en kijk je nog vanuit je voormalige werkplek naar buiten?

Het is wel verwarrend soms, dat Nederlands.

Ga maar na, na twee regels column dwaalde ik alweer af. Ik was het echt niet van plan.

Aan de andere kant: je moet érgens over schrijven wanneer er tussen je vorige verhaal en dit alleen maar twee weken intelligente lockdownkerstvakantie zat. En dan heb je wel tijd om na te denken over dat Nederland(s). En dan denk je ook wel: wij stellen óveral vragen bij. ‘Waarom de scholen dicht?’ ‘Waarom die mondkapjes?’ ‘Waarom geen vuurwerk?’ ‘Waarom niet eerst de mensen in de zorg en dán pas…’ ‘Waarom niet eerder vaccineren?’ ‘Waarom mag ik niet…en hij wel..?’

En dan zie je dat het met Oud en Nieuw een normale, redelijk rustige vuurwerknacht werd. Met niet al teveel ongelukken. Zoals je het eigenlijk altijd zou willen. Maar dit bereik je dus door het volledig te verbieden! We noemen dit ook wel ‘polderen’ of ‘schipperen’, twee typisch Nederlandse woorden. We discussiëren eindeloos en dan komt er iets uit dat ongeveer in het midden zit. Wel democratisch natuurlijk. Mensen uit andere culturen begrijpen het niet altijd. Ze vinden dan dat bijvoorbeeld leerlingen in Nederland te weinig discipline hebben. Tegen een docent ingaan? Hoe haal je het in je hoofd? Je spullen niet bij je hebben? Niet stil zijn aan het begin van de les? Je huiswerk niet maken? Vragen: ‘Waarom moet je dit leren??’ HOE dan?

Misschien zit het in de Nederlandse aard om overal vragen bij te stellen. Het ‘waarom’ en het ‘nut’ te willen weten. Er voor jezelf voordeel in te willen zien. Ergens tussen gezond kritisch zijn, ongehoorzaam, of een pure egoïst, ligt de waarheid.

Het is 2021.

Dat ellendige 2020 kunnen we, althans op de kalender, eindelijk achter ons laten. De resten ervan achtervolgen ons nog steeds. En bij iedere beslissing stellen we weer vragen. Soms heel terecht. Soms niet.

Morgen weer online les. We waren zo graag anders begonnen.

Maar het is (nog) niet anders.

We weten al dat we dit kunnen met z’n allen. Leerlingen, docenten, ondersteunend onderwijspersoneel. Om met dat rare Nederlands uit het begin van deze column te eindigen:

‘De kop ervóór!’ ‘De schouders erónder!’ ‘De moed erIN houden!’ ‘Áchter je goede vóórnemens staan!’

Van twee van mijn goede voornemens is de helft maar gelukt vanavond.

Minder woorden in mijn column. (Nou, al bijna 100 minder dan de vorige, maar toch…)

Vroeger naar bed. (Het is nu 23.53 uur. Gaat best de goede kant op, maar toch…)

Ik polder ook maar wat aan…