25 maart 2020

CoroNáleven

Een leeg schoolgebouw. Op een paar mensen na. Ik schreef al eens eerder dat zo, vlak voor een zomervakantie bijvoorbeeld, het zo vreemd voelt, met die lege lokalen en overal opgestapelde stoelen.

De ziel is eruit.

In een school horen leerlingen.

Ik mis het om mijn auto te parkeren achter het gebouw en behangen met tassen die voordeur in te lopen. De eerste begroeting van een vrolijke mentorleerling die zijn of haar fiets in de stalling parkeert. ‘Goeiemorgen meneer Jansen!’

Directeur Piet bij de deur. ‘Mogge meester!’ Hij noemt me altijd ‘meester..’

Naar binnen, een knipoog náár of het eerste grapje vóór Miep, op de administratie. Een paar meter verder een boks of peace-teken naar Johan, onze conciërge, vaak al aan de telefoon. Linksaf zwenken, de trap op, waar meestal al een eerste clubje leerlingen op de trappen zit. Mobieltjes, boeken, tassen. Misschien hoort het niet, maar ik houd van leerlingen op trappen. Of buiten op de muurtjes.

De eerste collega’s. ‘Mogge!’ Koffie. Even langs Joke, checken hoe het zat met die roosterwijziging.

In het lokaal alvast de boel opstarten. Duurt soms lang. De bel. De eerste leerlingen voor de eerste les. Graag een klas vol, dat geeft energie en leven.

Ik mis het.

Maar toch: wat is er ongelooflijk veel gebeurd de afgelopen anderhalve week. Wat is er hard gewerkt door ál mijn collega’s! Wat zijn er veel mooie en creatieve lessen bedacht die aansluiten op deze situatie! Wat doet iedereen z’n best. Mensen die thuis werken en hun eigen kinderen rond hebben lopen, maar intussen ook bezig zijn voor hun werk alles goed te regelen. Mooie challenges van mijn gymcollega’s, om leerlingen te motiveren in beweging te blijven. Troostende woorden én relativerende grapjes in de groepsapp. En tips en trucs. Een mooie rap in het Engels van een collega. Even videobellen met een andere collega, die mij graag uitleg geeft over een aantal digitale zaken. Leerlingen die echt graag mee willen denken en elkaar helpen met het doorsturen van aantekeningen en screenshots. Ontroerend. Hou dat vol jongens en meisjes!

Ik ben blij met de duidelijke, serieuze en persoonlijke berichtgeving ‘van bovenaf’, van bestuur tot en met ons eigen M.T.

Trots voor deze club te mogen werken.

En dan heb ik het nog niet eens over al die duizenden mensen in de zorg, in de ziekenhuizen, die het vele malen zwaarder hebben dan wij, docenten. Heel, heel veel respect voor het werk dat zij doen, wat voelen we met jullie mee, wat moeten jullie, zowel fysiek als mentaal, onwaarschijnlijk veel meemaken deze dagen.

Soms vliegt het ook míj even aan allemaal. Dan ga ik even een stuk hardlopen. Zolang het nog kan en mag. Ik zoek een plek op waar ik niemand tegenkom, ja, dat kan, langs de weilanden, in de zon, de wind, even het hoofd leeg. Maar ook dan schrik ik soms. Wanneer ik langs een huis loop, waar een groep van zo’n twintig jongeren lachend onder een overkapping staan voor een groepsfoto. En een volwassen man, waarschijnlijk vader van één of meer van hen, vrolijk de foto maakt.

Drommen mensen bij de bouw- of andere markt, of op weg naar het strand.

Dit kan écht even niet nu…

Het zou me niet verbazen wanneer ook déze column (ik schrijf hem op maandag de 23e) weer wordt ingehaald door de actualiteit en we straks toch écht binnen moeten blijven. Ik zal mijn rondje hardlopen dan met alle plezier opgeven. Er zijn belangrijker dingen nu.

We klagen wel eens over leerlingen die hun verantwoordelijkheid niet nemen, maar ook nu weer blijkt dat we als volwassenen echt niet anders zijn.

Vrijheid is een groot goed. Ermee óm kunnen gaan is vaak een stuk moeilijker.

Leef ze ná, die regels. Er gaan mensen dood. Niet aan een mislukte video-les, vanwege een overbelast systeem. Wél aan het niet naleven van een aantal regels, die letterlijk van levensbelang zijn.

Coronáleven dus, die regels.

Sterkte allemaal, houd elkaar vast.

Op gepaste afstand.

Yes, we can!