20 april 2016

Bussen en treinen

Bussen en treinen
Het was de afgelopen week hét
onderwijsonderwerp in de media: kinderen van
hoogopgeleide ouders zouden meer kansen
krijgen door o.a. hogere adviezen.
Voor-oordelen! Maar we leven toch niet
(meer) in een soort ‘kastensysteem’ waarbij het
onmogelijk is om in dit leven hoger te eindigen dan
je ouders? Misschien wordt het tijd dat het onderwijs
eens uit de kast(e) komt… Van vooroordelen naar
discriminatie is maar een kleine stap. Dat laatste thema kwam weer
uitgebreid aan bod in ons jaarlijkse project ‘Weggezet’. En zolang er in
de wereld nog mensen moeten vluchten voor geweld en discriminatie,
kun je die verhalen niet genoeg blijven vertellen. Ook al zijn ze al zo
lang geleden en ook al wordt het aantal mensen dat in óns land de
oorlog meemaakte, steeds kleiner. Toch maken die verhalen nog steeds
indruk. Tijdens de rondleiding op voormalig kamp Westerbork werd
er weer een aantal verteld. Terwijl we terugliepen naar de uitgang,
zei een leerling: ‘Dat was wel erg zeg, dat verhaal van dat jongetje…’
En dat was nog maar één verhaal. Je hoort iets over een paar mensen
en het raakt je al. En dan te bedenken dat er honderdduizenden van
die verhalen zijn. Vanwege de regen boden de rondleiders ons aan
gebruik te maken van de bus, die mensen vervoert naar het voormalig
kampterrein en terug. Normaal lopen we ernaartoe. Daar stonden we
dan, opeengepakt in die bus. Het paste maar net. Leerlingen kropen bij
elkaar op schoot. Eentje vroeg na twee minuten: ‘Meneer, hoe lang is
het nog? Het is hier zo warm en ik heb bijna geen ruimte!’
Ik zei (overigens niet verwijtend): ‘Gek hé? Tien minuten hiervoor zagen
we nog op film hoe honderden mensen in goederentreinen werden
gepropt. Voor minstens drie dagen en nachten. Onder erbarmelijke
omstandigheden. Maar zo gaat het. Wij zijn er over vijf minuten…’
Aan het eind van de dag moesten we nog veertig minuten wachten tot
de reisbus ons weer naar Twello bracht. De chauffeur had de spiegel
van een auto geraakt en was druk met schadeformulieren invullen.
Beter wachten op een bus die je naar huis brengt, dan op een trein die
je bracht naar een plek waar niemand hoorde te zijn.
Op een koffertje bij de ingang van het museum stond geschreven:
Je zal maar moeten vluchten. Wij gaven onze leerlingen de opdracht
thuis ook een vluchtkoffertje te vullen. Er worden dagelijks nog heel
wat vluchtkoffertjes gevuld. Door mensen die allemaal een verhaal
hebben. Wil je die verhalen niet horen, dan zul je het nooit begrijpen.
Dan blijven ‘ze’ een naamloze groep. Gemakkelijk ‘weg te zetten’.
Je hoeft er maar één te leren kennen om er anders over te gaan denken.
Iedereen verdient een kans. Hoogopgeleid, laagopgeleid. Nederlander,
Syriër. De komende tijd her-denken we weer. Dat is opnieuw (na)
denken. Keihard nodig. (Her)denk ik.
Bert Jansen, docent Veluws College Twello