29 mei 2015

stil in mei

Veluws College Twello
mavo en onderbouw havo, vwo
Hietweideweg 20
7391 XX Twello
T: 0571-271561
www.veluwscollege.nl
Stil in mei
Ooit, ergens, is het een keer begonnen. Dat mensen hekjes gingen zetten om een stukje
grond en zeiden: ‘Dat is van mij. En daar mag jij niet komen’. Naast hekjes kwamen er
nog allerlei andere dingen bij. Heggen, schuttingen, muren, prikkeldraad. We geven
graag onze grenzen aan. Dat geeft duidelijkheid, overzicht en een kunstmatig gevoel
van veiligheid. Ook op school zie je in de pauzes vaak dezelfde groepen op dezelfde
plekken neerstrijken. ‘Ons’ plekje, ‘onze’ tafel. Docenten hebben graag een ‘eigen’ lokaal.
Territorium. Met die grenzen is het nooit meer goed gekomen. Jammer. Ooit schijnt er
één wereld te zijn geweest. Ik denk maar heel kort. Toen kwamen de grenzen. De wereld
werd en raakte verdeeld.
Vandaar het woord ‘werelddelen?’ Landen. Provincies. Steden, dorpen, wijken, buurten,
straten, huizen, kamers, tuintjes. Ieder stukje grond is van íemand. Zelfs het water hoort
ergens bij. Territoriale wateren. Brrr… klinkt koud…
Bij maatschappijleer hadden we het over ‘werken’. Dat mensen meestal in de eerste
plaats werken om in hun eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. Eten, drinken,
onderdak, warmte. ‘Bed, bad en brood’ heet het de laatste weken. Verder werken we ook
om ergens bíj te horen. Collega’s, klasgenoten. Een groep. We willen allemaal érgens
bijhoren.
Ik moest eraan denken toen ik de berichten over de omgekomen bootvluchtelingen las.
Stel je voor. Waar je vandaan komt ben je niet veilig. En waar je naartoe gaat, daar
willen ze je niet hebben. En daar drijf je dan, niet eens in niemandsland, maar in
iemandswater. Met niets. Je hoort nergens bij. Niemand voelt zich verantwoordelijk
voor jou. Wat een afschuwelijk gevoel moet dat zijn. De regeringen van de landen aan
de overkant van dat iemandswater zeggen: ‘Er ZIJN grenzen…’. En omdat die er zijn mag
je mensen weigeren te helpen. Want ze horen tenslotte niet bij jouw stukje eigen land.
‘Wegkijkpolitiek’ wordt het al genoemd. Hopelijk wordt dat niet het woord van 2015.
Vorige week waren we met onze tweedejaars bij voormalig kamp Westerbork. De week
ervoor was er een ‘nieuw’ stukje tastbare geschiedenis toegevoegd aan het kampterrein:
een aantal goederentreinwagons. Op rails. We liepen er langs. Uit een luidspreker
klonken heel monotoon de namen van al die weggevoerde mensen. En zomaar vanzelf
werd iedereen stil. Stopte met praten. We stonden een minuut of twee te luisteren. Bij
de wagons. Uitleg was niet nodig. Dit kwam vanzelf binnen.
Bij andere onderdelen van het voormalig kamp vertelden de leerlingen zelf aan elkaar
de verhalen die erbij hoorden. Over mensen die er NIET bij hoorden.
Geschiedenis lijkt soms een herhaling van gebeurtenissen, alleen in een andere tijd. Want
als je om je heen kijkt zie je dat we niet zoveel geleerd hebben. Het nieuwe Westerbork
heet ter Apel. De ene partij zegt dat illegale vluchtelingen (hoe kun je dat ooit zijn?) er
goed verzorgd worden. De andere partij zegt dat er alles aan gedaan wordt om ze van
daaruit zo snel mogelijk weg te krijgen. Dat heet dan een akkoord. Iedereen blij. (?)
En de treinen van Westerbork zijn nu de boten op de Middellandse Zee.
Laten we de komende maand dus maar weer goed nadenken. Overdenken. Omdenken.
Herdenken.
Stil zijn.
‘Het is zo stil in mij, ik heb nergens woorden voor, het is zo stil in mij en de wereld draait
maar door’, zong een bekende Nederlandse band ooit. Stil in mij. Stil in mei.
Ik wens iedereen een mooie mei. Met veel stilte. Maar ook met blijdschap. Omdat ‘wij’
in een vrij land leven. Je moet het maar treffen.
Na de meivakantie gaan we op school weer verder. Met bijvoorbeeld de examens (!).
En met blijven leren aan elkaar dat iedereen erbij hoort.
Hoe lang we nog moeten doorgaan met herdenken?
Tot in de eeuwigheid!
(S)amen!
Bert Jansen, Docent VC Twello